Welkom op de pagina die gaat over de Wbtr! We hebben deze pagina speciaal ontwikkeld in het kader van de nieuwe Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (Wbtr). De afgelopen weken hebben studenten van Zuyd Legal Lab onder toezicht van een ervaren jurist onderzoek gedaan naar de gevolgen van de Wbtr.
De informatie op deze pagina is ondersteunend aan het door Zuyd Legal Lab ontwikkelde stappenplan dat we gratis ter beschikking stellen en waarmee bestuurders kunnen zorgen dat ze aan de wet voldoen.
Lees hieronder snel meer!
1. De Wet bestuur en toezicht rechtspersonen
Op 1 juli 2021 treedt de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (Wbtr) in werking. Veel bestuurders van verenigingen en stichtingen vragen zich af wat deze wet voor hen betekent. Bestuurders denken veelal dat verenigen en stichtingen vóór 1 juli 2021 hun statuten moeten laten aanpassen. Zaken als hoofdelijke aansprakelijkheid en ontslag door de rechter kunnen voor ongerustheid zorgen.
Om u gerust te stellen en te helpen het overzicht te behouden leggen we op deze pagina uit wat de Wbtr in hoofdlijnen inhoudt.
Onder aan deze pagina treft u een link aan waarmee u het door ons ontwikkeld praktisch stappenplan gratis aan kunt vragen. U zult het een en ander moet gaan vastleggen. Het stappenplan biedt u een optimale voorbereiding, zodat u (samen met een notaris) kunt bepalen in hoeverre en wanneer uw statuten eventueel moeten worden aangepast. Wij zijn op dit moment overigens in gesprek met een notaris om te kijken of we ook hierin op enige manier kunnen helpen. Houd de website hiervoor de komende weken in de gaten.
2. Reden Wbtr
De Wbtr is er niet gekomen om het bestuurders van verenigingen en stichtingen lastig te maken. Integendeel, de wet is er juist gekomen om de regels voor verenigen en stichtingen te verbeteren.
Naast verenigingen en stichtingen heeft de Wbtr ook gevolgen voor de coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij en (in mindere mate) de naamloze vennootschap en besloten vennootschap. Op deze pagina leggen we vooralsnog de focus op de gevolgen die de Wbtr met zich meebrengt voor verenigingen en stichtingen.
De wet verduidelijkt hoe het bestuur en toezicht bij verenigingen en stichtingen moet worden geregeld. De regels rondom bestuur en toezicht van verenigingen en stichtingen vinden daarmee meer aansluiting bij die van de naamloze vennootschap (NV) en besloten vennootschap (BV). Daarmee wordt het voor verenigingen en stichtingen beter geregeld. Dit bevordert de kwaliteit en voorkomt misverstanden.
3. Belang Wbtr
De Wbtr zorgt voor een professionaliseringsslag. Het wordt voor bestuurders en toezichthouders duidelijker hoe zij hun taken goed kunnen uitvoeren. Zij kunnen zich onderscheiden van de bestuurders en toezichthouders die hun taken wellicht minder serieus nemen (of zelfs misstappen begaan). De Wbtr biedt aan verenigingen en stichtingen kortom meer mogelijkheden om te laten zien dat zij hun bestuur en toezicht goed voor elkaar hebben.
4. Gevolgen Wbtr
De Wbtr is per 1 juli 2021 direct van toepassing op alle verenigingen en stichtingen (of deze nu groot of klein zijn, commercieel of niet commercieel etc.) en brengt de verplichting mee dat interne procedures en verantwoordelijkheden goed worden genoteerd.
De wet verplicht niet dat alle verenigingen en stichtingen vóór 1 juli 2021 hun statuten moeten wijzigen. Er geldt namelijk overgangsrecht. U heeft de tijd. Als de huidige statuten regels bevatten die niet in lijn zijn met de Wbtr, dan vervallen deze op het moment dat de Wbtr in werking treedt. De Wbtr verplicht u wel om bij de eerstvolgende statutenwijziging de statuten in overeenstemming met de Wbtr te brengen.
Het is uiteraard wel verstandig om de komst van de Wbtr te gebruiken als moment om (samen met een notaris) de statuten nog eens tegen het licht te houden. Op die manier kunt u bepalen wat het beste moment is om de statuten te wijzigen. Soms is het namelijk verstandig om niet te lang met het wijzigen van de statuten te wachten.
5. Veranderingen Wbtr
De veranderingen die de Wbtr meebrengt kunnen worden ingedeeld in de volgende deelgebieden:
- Goed bestuur/toezicht
- Aansprakelijkheid bestuurders en commissarissen
- Belet en ontstentenis
- Meervoudig stemrecht
- Tegenstrijdig belang
- Toezicht
- Ontslag bestuurders/commissarissen
- Raadgevende stem
5.1. Goed bestuur en toezicht
Met de Wbtr wordt nu ook voor verenigen en stichtingen in de wet vastgelegd dat alle bestuurders en commissarissen hun werk zo goed mogelijk moeten uitvoeren. Dat stond namelijk nog niet zo in de wet. Het gaat hier om de zogenaamde normstelling voor de taakvervulling door bestuurders en commissarissen. Zij moeten altijd het belang van de vereniging of stichting (en de daaraan verbonden onderneming of organisatie) als uitgangspunt nemen.
Dat betekent dat steeds alle belangen binnen de organisatie moeten worden afgewogen en de bestuurders en commissarissen dus nooit hun eigen belang voor mogen laten gaan. Wat goed bestuur en toezicht is wordt in de Wbtr niet uitgewerkt. Dit wordt in de rechtspraak bepaald. Denk hierbij aan zaken als integer en transparant handelen, het afleggen van verantwoording en het houden aan de wet, statuten en intern gemaakte afspraken.
5.2. Aansprakelijkheid bestuurders en commissarissen
Hoofdelijke aansprakelijkheid
Als bestuurders en toezichthouders hun taak niet behoorlijk vervullen (en hen een ernstig verwijt kan worden gemaakt), dan riskeren zij persoonlijke aansprakelijkheid. Met het onbehoorlijk handelen worden activiteiten bedoeld die geen enkel redelijk handelend bestuurder/toezichthouder onder dezelfde omstandigheden zou hebben verricht. Hiervan is ook sprake wanneer gehandeld wordt in strijd met wettelijke en/of statutaire bepalingen. Doet u uw werk op een correcte manier, dan hoeft u in principe niet bang te zijn voor aansprakelijkheid.
Als u aansprakelijk bent, dan gaat het om hoofdelijke aansprakelijkheid. Iedere bestuurder of commissaris kan dus worden aangesproken voor de volledige schade door fouten van hem zelf, maar ook voor fouten van de medebestuurders of medecommissarissen (hoofdelijke aansprakelijkheid). Dit is omdat er bij bestuur een toezicht een collegiale verantwoordelijkheid geldt. Als er echter bij een bestuurder geen sprake is van een ernstig verwijt, dan kan aan deze collectieve aansprakelijkheid worden ontkomen.
Uitbreiding
De Wbtr breidt de aansprakelijkheid uit voor verenigingen en stichtingen die op grond van de wet verplicht zijn om een jaarrekening te maken. Dit worden semipublieke verenigingen en stichtingen genoemd. Bij deze verenigingen en stichtingen geldt dat wanneer er in geval van faillissement iets mis is met de boekhouding of de jaarrekening niet op tijd is gepubliceerd (er een schending is van de administratie- of boekhoudplicht), er sowieso sprake is van onbehoorlijk bestuur. In dat geval wordt bovendien vermoed dat dit onbehoorlijk bestuur een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Dat betekent dat de bestuurder dan moet bewijzen dat het faillissement een andere oorzaak had.
Door deze wijziging in de Wbtr gaan voor semipublieke verenigingen en stichtingen dezelfde aansprakelijkheidsregels gelden als voor commerciële verenigingen en stichtingen (verenigingen en stichtingen die vennootschapsbelasting moeten betalen). Deze uitbreiding heeft dus geen gevolgen voor ‘gewone’ verenigingen en stichtingen.
Extra aansprakelijkheidsregels bij faillissement
De Wbtr brengt echter ook extra aansprakelijkheidsregels voor bestuurders en toezichthouders van gewone verenigingen en stichtingen als er sprake is van een faillissement. Hierbij gaan dezelfde regels gelden zoals voor andere rechtspersonen. Dat betekent dat als het bestuur of de raad van commissarissen van een vereniging of stichting haar taak niet behoorlijk uitvoert en het aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement, de curator de bestuurder of commissaris aansprakelijk kan stellen voor het tekort in het faillissement.
Goed vastleggen
Het is dus belangrijk voor het bestuur en de raad van commissarissen (raad van toezicht) dat zij kan laten zien dat zij haar taken behoorlijk uitvoert, hetgeen kan door het goed vastleggen van taken, verantwoordelijkheden en procedures, maar ook een goede vastlegging van de gang van zaken rondom het nemen van besluiten. Uiteraard dient daarbij steeds volgens de wet, statuten en interne regels te worden gehandeld.
5.3. Belet en ontstentenis
Belet en ontstentenis zijn moeilijke woorden voor tijdelijke of blijvende afwezigheid van een bestuurder. De Wbtr verplicht stichtingen en verenigingen om in de statuten een regeling op te nemen voor het geval alle bestuurders tijdelijk of blijvend aanwezig zijn.
Een vereniging of stichting die een dergelijke regeling nog niet in de statuten heeft staan, moet dit bij de eerstvolgende statutenwijziging alsnog doen.
Een bepaling in de statuten die de afwezigheid van een deel van het bestuur of raad van commissarissen regelt is niet verplicht (maar mag natuurlijk wel en kan ook verstandig zijn).
Ook komt met de Wbtr in de wet te staan dat in de statuten nadere regels kunnen worden opgenomen wanneer er sprake is van belet. Het opnemen van zo’n regeling kan handig zijn, maar is dus niet verplicht.
5.4. Meervoudig stemrecht
De Wbtr regelt dat een bestuurder of commissaris van een stichting of vereniging nooit meer stemmen mag uitbrengen dan zijn medebestuurders of medecommissarissen gezamenlijk. Als een vereniging of stichting op dit moment in de statuten heeft staan dat een bepaalde bestuurder of commissaris meer stemmen kan uitbrengen dan de andere bestuurders of commissarissen gezamenlijk, dan blijft deze statutaire regeling nog geldig tot:
- uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding van de Wbtr;
- dan wel tot de eerstvolgende statutenwijziging indien deze eerder is.
5.5. Tegenstrijdig belang
Met de invoering van de Wbtr komt er een wettelijke regeling voor tegenstrijdig belang bij verenigingen en stichtingen. Vanaf de inwerkingtreding van de Wbtr geldt onder andere dat bestuurders niet aan het overleg en de besluitvorming mogen deelnemen als zij (mogelijk) een tegenstrijdig belang hebben. Dat is kort gezegd een direct of indirect belang dat in strijd is met het algemene belang van de vereniging of stichting (en de daaraan verbonden onderneming of organisatie). De overige bestuurders kunnen wel gewoon deelnemen aan het overleg en de besluitvorming.
De Wbtr regelt ook hoe er besloten moet worden indien door een tegenstrijdig belang geen besluit kan worden genomen.
Als een bestuurder met een tegenstrijdig belang toch deelneemt aan het overleg en de besluitvorming, dan is het besluit vernietigbaar en kan er sprake zijn van aansprakelijkheid indien daar schade door ontstaat. Belangrijk is dat met de Wbtr in de wet wordt opgenomen dat het handelen in strijd met de tegenstrijdig belangregeling de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur niet aantast. Naar derden toe blijft het besluit dus werking hebben.
In de statuten kan van de wettelijke (Wbtr) regeling worden afgeweken en soms kan het verstandig zijn dat ook te doen. Er dient in ieder geval voor gezorgd te worden dat er interne afspraken zijn waarin is geregeld hoe er moet worden omgegaan in het geval van tegenstrijdig belang.
5.6. Toezicht
Op dit moment staat niet in de wet opgenomen dat een vereniging of stichting een toezichthoudend orgaan kan hebben. De Wbtr brengt hier verandering in. Een vereniging of stichting kan volgens de Wbtr een toezichthoudend orgaan hebben in de vorm van een one-tier board (toezicht binnen het bestuur) of een raad van commissarissen (two-tier board). De raad van commissarissen mag ook raad van toezicht worden genoemd. Er geldt geen verplichting om een toezichthoudend orgaan te hebben (tenzij specifieke sectorale regelgeving dit verplicht).
In de Wbtr zijn met betrekking tot de one-tier board en raad van commissarissen specifieke regels opgenomen rondom de taakverdeling, bevoegdheden, verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid. Zo gelden voor de toezichthouders bijvoorbeeld dezelfde regels als voor bestuurders met betrekking tot tegenstrijdig belang, belet en ontstentenis, goed toezicht en (hoofdelijke) aansprakelijkheid. Het is dan ook belangrijk na te gaan of een intern orgaan onder de Wbtr al dan niet kan worden gekwalificeerd als one-tier board of raad van commissarissen.
Onbedoelde kwalificatie als toezichthoudend orgaan
Om te voorkomen dat een bepaald orgaan onbedoeld onder de Wbtr als toezichthoudend orgaan wordt gekwalificeerd kan in de statuten worden opgenomen dat een orgaan dat onder de Wbtr mogelijk onbedoeld als toezichthoudend wordt gekwalificeerd, dat niet (langer) is. Het is verstandig hier dan niet te lang mee te wachten.
Vastleggen
U dient ervoor te zorgen dat in een bestuursnotitie, bestuursreglement of huishoudelijk reglement wordt vastgelegd welke raden en commissies e.d. er zijn, wat hun taken en bevoegdheden, rechten en plichten zijn en specifiek of deze een toezichthoudende taak hebben. Als deze geen toezichthoudende taak hebben/heeft?, dan is het goed dit vast te leggen.
Als er sprake is van een raad van commissarissen, dan dient het bestuur te handelen volgens de regels in de Wbtr. Dat betekent onder andere dat de raad van commissarissen voldoende en tijdig dient te worden geïnformeerd. De raad van commissarissen moet dan minimaal eenmaal per jaar door het bestuur uitgebreid worden geïnformeerd over het gevoerde beleid.
5.7. Ontslag bestuurders/commissarissen
De Wbtr bevat voor de stichting nieuwe regels voor ontslag van bestuurders en commissarissen. De rechter krijgt meer mogelijkheden om een bestuurder of commissaris op verzoek van het Openbaar Ministerie of een andere belanghebbende te ontslaan.
Als een bestuurder of commissaris door de rechter wordt ontslagen, dan geldt dat deze persoon automatisch een bestuursverbod van vijf jaar krijgt. Dat betekent dat die persoon gedurende vijf jaar geen bestuurder of commissaris mag zijn. De rechter kan hiervan afwijken als de betreffende bestuurder of commissaris geen ernstig verwijt kan worden gemaakt, waarbij wordt gekeken naar de aan anderen binnen het bestuur of raad van commissarissen toebedeelde taken. Een ontslag door de rechter kan aangemerkt kan worden als grond voor onbehoorlijk bestuur (en daarmee dus voor aansprakelijkheid).
Er verandert ook nog iets voor bestuurders en commissarissen van stichtingen die in loondienst zijn. Op dit moment kunnen zij de rechter verzoeken om herstel van het dienstverband als zij het niet eens zijn met het ontslag. Dan zijn zij in principe ontslagen als bestuurder of commissaris, maar zijn zij nog altijd in dienst van de stichting (met alle daaraan verbonden rechten). Dit vindt de wetgever onwenselijk en daarom wordt met de Wbtr ingevoerd dat een bestuurder of commissaris niet meer kan verzoeken om herstel van het dienstverband, maar enkel nog om een financiële vergoeding.
5.8. Raadgevende stem
De Wbtr voert in dat bestuurders en commissarissen van verenigingen een raadgevende stem krijgen in de algemene vergaderingen. Bij besluiten buiten vergadering gaat het om het recht tot het geven van een advies. Het idee hierachter is dat bestuurders en commissarissen hun visie op de door de algemene vergadering voorgenomen besluiten kunnen geven. Het besluit is vernietigbaar indien de bestuurders of commissarissen niet in de gelegenheid worden gesteld hun raadgevende stem/advies uit te brengen: belangrijk dus om hier rekening mee te houden.
Tot slot
U kunt het gratis stappenplan Wbtr hier krijgen. Legal Lab heeft de meest gestelde vragen bijgehouden en beantwoord.
Mocht u na het lezen van deze toelichting op de Wbtr en het stappenplan nog vragen hebben, dan staan onze studenten van Legal Lab Zuyd voor u klaar.
Houd onze website in de gaten voor nog meer informatie over de Wbtr.
Wij wensen u veel succes met het toepassen van de Wbtr!