Geschreven door Vienna Tuwet
Op 6 juli 2021 werd Peter R. de Vries neergeschoten nadat hij te gast was geweest bij RTL Boulevard. Hij liep door de Lange Leidsedwarsstraat in Amsterdam terug naar zijn auto, die even verderop in de garage geparkeerd stond. Peter heeft nog enkele dagen in het ziekenhuis gelegen maar is op 15 juli 2021 helaas overleden aan zijn verwondingen. Binnen een uur na het schietincident heeft de politie, met dank aan het ANPR-systeem, twee verdachten kunnen aanhouden. Het APNR-systeem is een speciale camera die kentekens van voorbijrijdende voertuigen kan lezen. De gelezen kentekens worden vergeleken met een lijst gezochte kentekens. Volgens het Openbaar Ministerie is Delano G. de schutter en is Kamil E. de chauffeur die de vluchtauto bestuurde waar ze vervolgens mee zijn aangehouden.
Aanhouding
De aanhouding van een verdachte en het vervolg ervan kent meerdere en verschillende procedures. Tijdens deze procedures kunnen verdachten uiteraard worden bijgestaan door een advocaat. Wanneer de verdachte geen advocaat heeft wordt er een advocaat toegewezen volgens de zogenaamde piketdienst. In iedere regio zijn er enkele advocaten die een piketdienst hebben. Wanneer een verdachte wordt aangehouden wordt de advocaat die op dat moment piketdienst heeft opgeroepen om de verdachte bij te staan in de procedures die gaan volgen. Dit gehele proces is vastgelegd in het Wetboek van Strafvordering.
Wanneer een verdachte wordt aangehouden mag de politie de verdachte maximaal 9 uur vasthouden op het politiebureau voor verhoor. Nadat de 9 uur om zijn beslist de (hulp)officier van justitie of de verdachte langer moet worden vastgehouden. Hierbij wordt gekeken naar het belang van het onderzoek. Als de officier van justitie besluit dat de verdachte langer moet worden vastgehouden, wordt de verdachte in verzekering gesteld. Een voorbeeld hiervan is wanneer de kans groot is dat verdachte op de vlucht slaat. De verdachte mag maximaal 3 dagen en 18 uur in verzekering worden gesteld. De officier van justitie kan bepalen om de verdachte na de inverzekeringstelling vrij te laten. Dit betekent overigens niet dat het strafproces eindigt. De officier van justitie vindt het simpelweg niet noodzakelijk om de verdachte langer vast te houden in kader van het onderzoek. Als de officier van justitie het nodig vindt om de verdachte langer vast te houden wordt de verdachte, na de 3 dagen inverzekeringstelling, voorgeleid aan de rechter-commissaris. De rechter-commissaris bekijkt of de inverzekeringstelling wettelijk gezien correct is verlopen. De rechter-commissaris kan, op grond van het verzoek van de officier van justitie, besluiten om de verdachte langer vast te houden. De verdachte gaat dan voor 14 dagen in bewaring. Vaak gaat de verdachte naar het huis van bewaring. Wanneer de 14 dagen zijn verstreken moet de verdachte worden voorgeleid bij de raadkamer van gevangenhouding van de Rechtbank. Hier kan de voorlopige hechtenis, dit is een verzamelnaam voor de tijd dat een verdachte vast zit, worden verlengd met maximaal 90 dagen.
De voorlopige hechtenis kan tussentijds worden beëindigd. De rechtbank kan, op verzoek van de officier van justitie, ervoor kiezen om de voorlopige hechtenis te schorsen. Bij schorsing van de voorlopige hechtenis kunnen bepaalde voorwaarden worden opgelegd. Als een verdachte zich niet aan deze voorwaarden houdt, kan de verdachte weer worden vastgezet.
Pro-formazitting
Op 18 oktober 2021 heeft de eerste zitting plaatsgevonden bij de rechtbank Amsterdam in het strafproces tegen de 22-jarige Delano G. en de 35-jarige Kamil E. Tijdens deze pro-formazitting is het voorarrest van beide verdachten verlengt door de rechtbank.
In het strafrecht is wettelijk een maximum gesteld aan de tijd die een verdachte in voorarrest mag zitten. Bij het verstrijken van de maximale tijd moet de zaak op zitting komen. Wanneer het Openbaar Ministerie haar onderzoek nog niet heeft afgerond wordt de strafzaak op zitting gebracht in de vorm van een pro-formazitting. Tijdens deze zitting vindt er geen inhoudelijke behandeling plaats. Deze zitting is erop gericht om de voorlopige hechtenis van een verdachte te verlengen. Dit kan alleen door de rechtbank. Daarnaast heeft de officier van justitie de mogelijkheid om de stand van het onderzoek te bespreken.
Moord
Delano G. en Kamil E. worden verdacht van de moord op Peter R. de Vries. Moord is iemand van het leven beroven met voorbedachte raden. Er is sprake van voorbedachte raden wanneer de dood van een persoon wordt gepland. Zo zou de dood van Peter R. de Vries gepland zijn. Zo heeft Kamil E. een week lang Peter R. de Vries in de gaten gehouden. Dit blijkt uit camerabeelden. Op deze camerabeelden is te zien hoe Kamil E. toekeek hoe Peter R. de Vries naar zijn auto liep. “Alles is goed voorbereid, planmatig uitgevoerd en het doelwit was bekend”, zei de officier van justitie tijdens de pro-formazitting. Het bewijs van het Openbaar Ministerie bestaat uit ooggetuigen, camerabeelden, telefoongegevens en sporenonderzoek.
Moord wordt ook wel gezien als doodslag met voorbedachte raden. Iemand die een moord pleegt heeft 1. iemand van het leven beroofd, 2. heeft dit met opzet gedaan en 3. heeft dat met voorbedachte raden gedaan. Voorbedachte raden houdt in dat de dader heeft kunnen nadenken over de moord. Hij heeft bijvoorbeeld kunnen nadenken over hoe hij het zou gaan doen. Met andere woorden; er is geen sprake van een opwelling. Een belangrijk element om iemand te kunnen veroordelen voor moord of doodslag is het bestanddeel “opzettelijk”. Opzettelijk houdt in dat je willens en wetens iemand van het leven beroofd. Daarnaast bestaat er ook een voorwaardelijke opzet. Dit wil zeggen dat de verdachte bewust de aanmerkelijke kans op het gevolg heeft aanvaard. Ook als dit niet zijn bedoeling is. Het meest beroemde en oudste voorbeeld is een verdachte die ruzie kreeg met marktmeester Van Hoorn en besloot hem een vergiftigde taart te sturen. Hij had moeten weten dat de vrouw van de marktmeester ook van de taart zou kunnen eten, maar nam geen maatregelen om dat te voorkomen. De vrouw at van de taart en stierf. De verdachte kon volgens de Hoge Raad voor moord worden veroordeeld.
Moord wordt gestraft met een levenslange gevangenisstraf, een tijdelijke gevangenisstraf van maximaal 30 jaar of een geldboete van de vijfde categorie.
Reconstructie
Tijdens de pro-formazitting heeft het Openbaar Ministerie een nauwkeurige reconstructie gedeeld over de moord op Peter R. de Vries. Drie kwartier voordat Peter R. de Vries werd vermoord parkeerden de verdachten hun auto op de Prinsengracht in Amsterdam. Vervolgens zijn ze een rondje gaan lopen door de Lange Leidsedwarsstraat. Tevens zijn ze in dat rondje langs de achteringang van de studio van RTL Boulevard gelopen naar de parkeergarage waar Peter R. de Vries zijn auto had geparkeerd. Daarna zijn beide verdachten terug naar de auto gelopen, waar Delano G. zijn kleding omwisselde en vervolgens weer te voet vertrok. De kleding die Delano G. aanhad is tevens terug gevonden in de auto waar de verdachten mee zijn aangehouden. In de tijd dat Delano G. op een trapje zat de wachten op Peter R. de Vries, was Kamil E. rondjes aan het rijden. Er is een ooggetuige die Delano G. op het trapje zag zitten en vervolgens iets voor 19:30 uur een grijpende beweging maakte en Peter R. de Vries neerschoot. Peter R. de Vries werd vier keer geraakt, onder andere in het hoofd. Delano G. rende vervolgens terug naar de Prinsengracht waar hij werd opgehaald door Kamil E.
Hoe verloopt het strafproces verder?
Het Openbaar Ministerie is druk bezig om zo veel mogelijk bewijs te verzamelen tegen de verdachten. Als het Openbaar Ministerie niet binnen 90 dagen na de pro-formazitting haar onderzoek heeft afgerond wordt er wederom een pro-formazitting gepland om de voorlopige hechtenis van Delano G. en Kamil E. te verlengen. Daarnaast is er de mogelijkheid om een regiezitting te plannen. Tijdens een regiezitting kunnen de advocaten van de verdachten onderzoek wensen indienen. Zij kunnen dan bijvoorbeeld een verzoek indienen om een bepaalde deskundige een rapport te laten opstellen. Wanneer het Openbaar Ministerie haar onderzoek afrondt wordt de zaak inhoudelijk behandeld door de meervoudige strafkamer van de rechtbank Amsterdam. Dit kan op meerdere dagen plaatsvinden, afhankelijk van de grootte van het dossier. Nadat de inhoudelijke zitting heeft plaatsgevonden doet de rechtbank na 14 dagen openbaar uitspraak. Dit betekent dat iedereen aanwezig mag zijn tijdens de uitspraak. Tijdens het uitspreken van het vonnis licht de rechter tevens toe waarom een bepaalde beslissing is gemaakt. Artikel 121 van de Grondwet bepaald dat zittingen en uitspraken openbaar zijn voor iedereen tenzij er sprake is van een uitzondering. De uitzondering hierop is als het gaat om minderjarigen. Zowel verdachten als het Openbaar Ministerie hebben vervolgens 14 dagen de tijd om in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak van de rechtbank.