Geschreven door Helena Verspaget.
Inleiding
Op 6 november 2020 heeft de Hoge Raad een uitspaak gedaan over de vraag ‘Wanneer is er sprake van een arbeidsovereenkomst?’.[1] De kwalificatie van een overeenkomst is van belang om te bepalen welke wet- en regelgeving van toepassing is. Is er sprake van een arbeidsovereenkomst, dan heeft men van rechtswege meer bescherming. Bij een arbeidsovereenkomst is er een recht op doorbetaling bij ziekte, WW-uitkering bij ontslag, enz. Bij een overeenkomst van opdracht die door een zelfstandige zonder personeel (hierna: zzp’er) wordt gehanteerd, ontbreekt deze vorm van rechtsbescherming.
De uitspraak die onlangs door de Hoge raad is gedaan, kan mogelijk gevolgen hebben voor de kwalificatie van de overeenkomst die door partijen is gesloten. Vraag is dus of de overeenkomst een arbeidsovereenkomst betreft of een overeenkomst van opdracht?

Procesverloop
Het proces werd gestart door een uitkeringsgerechtigde (hierna: betrokkene). Zij ontving een uitkering ingevolge van de Wet Inkomensvoorziening Oudere en Gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werknemers. In het kader van de Participatiewet is door het College van B&W van gemeente Amsterdam bepaald dat betrokkene zou gaan deelnemen aan het traject ‘Participatieplaatsen’. Betrokkene en de gemeente hebben in april 2014 een ‘Plaatsingsovereenkomst Participatieplaatsen in het kader van de Wet werk en bijstand’ getekend. De algemene verplichtingen, waaronder het zoeken naar betaald werk en ingeschreven staan bij het UWV werkbedrijf als werkzoekende, bleven van kracht. Betrokkene heeft van 11 april 2014 tot en met 11 oktober 2014 verzaamheden verricht bij de Interne Servicedesk van het Staddeel Centrum met behoud van uitkering. Aansluitend is er een tweede plaatsingsovereenkomst getekend voor de duur van zes maanden. De gemeente heeft tweemaal een stimuleringspremie toegekend voor de inspanningen die betrokkene heeft gepleegd om de arbeidskansen te vergroten.
Betrokkene heeft meerdere malen getracht om tot een (tijdelijke) arbeidsovereenkomst te komen met de gemeente, echter zonder succes. Betrokkene is vervolgens naar de rechter gestapt met het verzoek om te verklaren dat er wel degelijke sprake was van een arbeidsovereenkomst. Deze vraag wordt door de lagere rechters negatief beantwoord. De Hoge Raad volgt de eerder uitspraken van het hof en de rechtbank op. Dat wil zeggen dat er geen sprake is geweest van een arbeidsovereenkomst, gezien het feit dat zij niet alle taken die behoren bij de functie van Medewerker Servicedesk heeft uitgevoerd. Daarbij heeft zijn geen loon ontvangen, maar een uitkering en een stimuleringspremie.
Arbeidsovereenkomst of overeenkomst van opdracht
Het wetsartikel 7:610 BW omschrijft de arbeidsovereenkomst. De Hoge Raad verklaart dat wanneer de inhoud van een overeenkomst voldoet aan de beschrijving van het wetsartikel, deze kan worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst. Het maakt hierbij niet uit of de partijen de bedoeling hadden om de overeenkomst onder de wettelijke regeling van een arbeidsovereenkomst te laten vallen. De praktijk op de werkvloer bepaalt of er wordt voldaan aan de wettelijke omschrijving van de arbeidsovereenkomst. Er is sprake van een arbeidsovereenkomst als deze de volgende elementen bevat: ‘verrichten arbeid voor een ander’, ‘loon’, ‘in dienstverband’, ‘gedurende een zekere tijd’.
Het verschil tussen een arbeidsovereenkomst en een overeenkomst van opdracht zit voornamelijk bij de gezagsverhouding tussen partijen. Echter is de opdrachtnemer verplicht om gehoor te geven aan de aanwijzingen van de opdrachtgever omtrent de uitvoering die valt binnen de kaders van de opdracht.
Gevolgen uitspraak
Wanneer er een geschil ontstaat tussen partijen over de kwalificatie van een overeenkomst, wordt bepaald of de overeenkomst voldoet aan de wettelijke omschrijving van de arbeidsovereenkomst. De feitelijke uitvoering van de overeenkomst is doorslaggevend bij het bepalen van de uiteindelijke kwalificatie van de overeenkomst en dus de rechtsgevolgen die daaruit voortvloeien.
[1] HR 6 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1746