De Regelrechter

geschreven door Laura Jacobs en Nicolle Beugels

Artikel 96 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering lijkt een vergeten bepaling te zijn. Deze bepaling biedt partijen de mogelijkheid om zich tot een kantonrechter van eigen keuze te wenden in het kader van een geschil. Hierbij gaat het voornamelijk om vermogensrechtelijke geschillen. De rechtbank Rotterdam was deze bepaling nog niet vergeten. In september 2018 zijn zij begonnen met de Rotterdamse regelrechter.[1] Een snel, laagdrempelig en goedkoop alternatief.

Voordat partijen de stap kunnen maken naar de regelrechter, dienen zij gezamenlijk het geschil voor te leggen aan de regelrechter. De regelrechter beoordeelt vervolgens of het geschil open staat voor deze alternatieve procedure. De regelrechter zit tijdens zijn werkzaamheden op de stoel van de kantonrechter. Hetgeen betekent dat hij enkel en alleen zaken kan behandelen met een geldelijk belang tot 25.000 euro, met uitzondering van aardvorderingen. Dit zijn vorderingen waarvan in de wet reeds is vastgelegd dat deze in alle gevallen, ongeacht de hoogte van de vordering, tot de competentie van de kantonrechter vallen. Dit zijn onder andere zaken met betrekking tot: een arbeidsovereenkomst, CAO, VUT-overeenkomst, consumentenkredietovereenkomst met een kredietsom van ten hoogste 40.000 euro, agentuurovereenkomst, huurovereenkomst, huurkoopovereenkomst en consumentenkoopovereenkomst.[2]

Wanneer beide partijen instemmen voor het gezamenlijk voorleggen van hun geschil aan de regelrechter en het geschil zich leent voor deze alternatieve procedure zal er op korte termijn een mondelinge behandeling plaatsvinden in aanwezigheid van beide partijen. De regelrechter stuurt tijdens deze mondelinge behandeling aan op een schikking tussen partijen. Wanneer partijen kunnen komen tot een schikking, stelt de regelrechter hiervan een proces-verbaal op welke vervolgens zal worden ondertekend door partijen. Wanneer partijen niet tot een schikking kunnen komen, doet de regelrechter uitspraak. Deze uitspraak wordt mondeling gedaan en wordt vervolgens opgenomen in een proces-verbaal. Op deze manier wijkt de procedure af van de (normale procedure) bij de kantonrechter. De kantonrechter doet zijn zaken af in de vorm van een vonnis. Voor de Rotterdamse Regelrechter geldt artikel 96 Rv als wettelijke basis. Door de procedure van de regelrechter is het wel zo dat er een mogelijkheid wordt geboden om te experimenteren met de mogelijkheden die artikel 96 Rv biedt.

De regelrechter is er voornamelijk om te voorkomen dat de geschillen dus verder gejuridiseerd worden. Als een geschil verder wordt gejuridiseerd zie je al snel dat de kosten ook beginnen op te lopen. Denk hierbij aan een dagvaardingsprocedure. Alleen al het uitbrengen van een dagvaarding bedragen de kosten al zo’n ongeveer €80,-[3], dit is dan ook maar net het begin. Als dit dus voorkomen kan worden, dan worden de kosten ook beperkt. Het griffierecht voor de partijen om een procedure voor de regelrechter te beginnen bedraagt € 40,50[4]. Alleen al gekeken naar de twee benoemde bedragen, kan wel worden gesteld dat de regelrechter wel degelijk een verschil kan maken. Dit bovengenoemde heeft ook betrekking tot Zuyd Legal Lab. Er ligt namelijk de focus om juridische hulp laagdrempeliger te maken. Dat wil zeggen dat je de kosten beperkt houd waardoor mensen eerder juridische hulp in durven te schakelen. Voor veel mensen is het namelijk een te grote stap vooruitkijkend op de kosten van een procedure om de juridische hulp te vragen die men nodig heeft. Bij Zuyd Legal Lab bespreken wij dan ook voor wij een zaak in behandeling nemen de kosten. Zo weet men ook gelijk waar zij aan toe zijn.


[1] Ars Aequi 2019, ‘’de Rotterdamse regelrechter in actie’’

[2] Www.rechtspraak.nl

[3] Ars Aequi 2019, “de Rotterdamse regelrechter in actie”

[4] Echter is het wel zo dat als twee bedrijven een geschil bij de RRR aanhangig maken dat het reguliere tarief geldt. Ars Aequi 2019, “de Rotterdamse regelrechter in actie”