Wederrechtelijke vrijheidsbeneming en bedreiging

Geschreven door Sanne Lutter 

Op donderdag 8 november jl. zijn wij, Jasmijn Keulers en Sanne Lutter, uitgenodigd door strafrechtadvocaat mr. Gerard Spong om een zitting bij te wonen waarin hij optrad als gemachtigde. Mr. Gerard Spong staat al ruim 40 jaar verdachten in zowel nationale als internationale strafzaken bij. Hij behoort tot de onbetwiste top van de Nederlandse strafrechtadvocatuur. [1]Om 6:45 uur vertrok de trein vanuit Sittard richting Den Haag naar het paleis van justitie.

Zoals de titel van deze blog al aangeeft, ging de zitting over wederrechtelijke vrijheidsbeneming en bedreiging in Hoger Beroep. In 2013 heeft de verdachte €100.000 euro belegd bij het bedrijf van het slachtoffer. Toen hij doorhad dat hij zijn inleg kwijt was, wilde de verdachte meer uitleg over zijn verlies. Echter was het volgens de verdachte onmogelijk om met het slachtoffer een afspraak te plannen. Zo werd er een ‘list’ bedacht door de verdachte en drie andere personen. Eén van deze drie personen had ook geld belegd bij het slachtoffer. De verdachte die tijdens deze zitting terecht stond, was niet aanwezig toen het gesprek tussen het slachtoffer en de drie andere personen plaatsvond. Hij zou wel ‘het brein’ achter deze ontmoeting zijn geweest. 

Primair werd de verdachte medeplegen ten laste gelegd. Bij medeplegen is er sprake van een strafbaar feit dat gepleegd wordt door twee of meer personen. Deze personen worden dan ‘medeplegers’ genoemd. Er moet daartoe sprake zijn van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de medeplegers. Het is voor de veroordeling niet nodig dat alle medeplegers precies dezelfde taken uitvoeren. 

Subsidiair werd de verdachte uitlokking ten laste gelegd. Uitlokking betekent dat de uitlokker niet degene is die het strafbare feit daadwerkelijk pleegt, maar hij de feitelijke dader wel daartoe heeft aangezet. [2]

De verdachte was aanwezig geweest bij een diner waar het plan om het slachtoffer te benaderen was ontstaan. Tevens had de verdachte een appartement gehuurd en telefoons verstrekt aan de drie andere personen. De verdachte had hun een geldbedrag beloofd en één iemand gevraagd ervoor te zorgen dat het niet uit de hand zou lopen. Een jaar later ontdekte de verdachte, naar eigen zeggen, dat het bij de ontmoeting niet bij een gesprek was gebleven. Het zou er gewelddadig aan toe zijn gegaan. Zo droegen de personen die het slachtoffer op hadden gewacht in het appartement bivakmutsen en witte pakken met witte handschoenen. Ook hadden ze een stroomstootwapen in hun bezit. Ze mishandelde het slachtoffer, ontnamen tijdelijk zijn vrijheid en bedreigde hem. Het doel van deze actie was het slachtoffer te bewegen tot terugbetaling van de ingelegde geldbedragen. 

Strafrechtadvocaat mr. Spong betwiste hetgeen de advocaat-generaal van het OM tijdens de zitting beweerde. De advocaat-generaal hield een lang requisitoir met vooral oude jurisprudentie over medeplegen en uitlokking. Hij beweerde dat de verdachte met opzet een kickboks kampioen had ingeschakeld bij het gesprek. Mr. Spong begon zijn pleidooi met te benoemen dat de verdachte geen toekomst meer had op het gebied van zijn huidige werk mocht de rechter tot een bewezenverklaring komen. De Rechtbank had de verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf van 24 maanden opgelegd. Mocht hij na deze 24 maanden vrijkomen, dan zou hij met een strafblad nooit meer kunnen reizen voor zijn beroep. Vervolgens gaf mr. Spong aan dat de advocaat-generaal tijdens zijn requisitoir geen huidige jurisprudentie benoemde. Mr. Spong legde een gelijke situatie uit van een arrest van drie weken geleden waar de verdachte vrijuit ging. Tevens benadrukte mr. Spong dat de verdachte in het buitenland verkeerde ten tijde van de afspraak met het slachtoffer. De intentie van verdachte was een gesprek geweest. Door zijn werk in het buitenland en de lange drukke werkdagen had hij weinig contact met het thuisfront en ook met de mensen waarmee hij had afgesproken het slachtoffer te benaderen. Hij had zich immers erbij neergelegd het geld kwijt te zijn. 

Na afloop van de zitting hebben wij ons nog even persoonlijk mogen voorstellen aan mr. Spong. Hij herkende ons van het mailverkeer en vroeg wat wij van de zitting vonden. Mr. Spong geloofde in een zekere kans tot vrijlating. Wij wachten in spanning af tot de uitspraak. 



[1]https://www.spongadvocaten.nl/advocaten/spong

[2]Artikel 47 en 48 Wetboek van strafrecht 

Geef een antwoord