Geschreven door Sanne Lutter

Veel bedrijven en organisaties willen de identiteit van een klant of relatie kunnen vaststellen. Vaak is deze vaststelling nodig om een besteld product te kunnen leveren of een vereiste dienst te kunnen verlenen. Maar bedrijven en organisaties willen zich ook kunnen beschermen tegen bedrijfseconomische schade als gevolg van fraude en andere vormen van criminaliteit. Toch zijn niet alle bedrijven en organisaties bevoegd tot het vorderen van inzage in een identificatiebewijs. Welke instellingen bevoegd zijn, zet ik uiteen in deze blog.
In het algemeen hebben medewerkers van bedrijven en organisaties geen wettelijke bevoegdheid om een persoon te verplichten zich te legitimeren. Ze kunnen het slechts aan u vragen en u beslist vervolgens of u uw identificatiebewijs laat inzien.
Leeftijdscontrole
Dit is niet zo wanneer zich een situatie voordoet waarbij de wetgeving een leeftijdsverificatie vereist. De Drank- en Horecawet verbiedt horeca- en slijterijbedrijven om (sterke) drank te verkopen aan personen van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. [1] Voor de naleving van de leeftijdsverificatie is het gerechtvaardigd dat bij twijfel over de leeftijd een identiteitsbewijs wordt gevraagd. Het niet naleven van de gestelde leeftijdsgrenzen is zelfs strafbaar gesteld. [2] Dit geldt ook voor het verlenen van toegang in een discotheek of café en de ongeoorloofde toegang tot of verkoop van films of games aan minderjarigen. [3]
Hotels en ‘nachtverblijven’
Bij een overnachting in een hotel of andere ‘nachtverblijven’ mag ook om een geldig identiteitsbewijs worden gevraagd. Enkele gegevens moeten zelfs worden overgenomen, zoals het type identiteitsbewijs, de naam van de gast, diens beroep of betrekking, woonplaats en de dag van aankomst en vertrek. [4] In sommige gemeentes mogen hotelmedewerkers uitgebreidere gegevens overnemen op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Echter mag er nooit een kopie of scan worden gemaakt van een identiteitsbewijs. [5]
Overeenkomst
Voor de uitvoering van een overeenkomst zal bij het opstellen van deze overeenkomst regelmatig om persoonsgegevens worden gevraagd. Leveranciers of verkopers staan in beginsel vrij om aan hun dienst of product voorwaarden te verbinden. In sommige gevallen wil een ondernemer meer zekerheid hebben over de persoon met wie hij zaken doet om (toekomstige) betalingen veilig te stellen en mogelijke identiteitsfraude tegen te gaan. Dat betekent niet dat het kopiëren of scannen van identiteitsdocumenten opgenomen kan worden.[6] Zo zijn telecomaanbieders bevoegd tot het vragen van inzage in een identiteitsbewijs op grond van een kredietwaardigheidsonderzoek. Zo nodig kan de ondernemer de aard van het identiteitsdocument en het documentnummer noteren. Maar ook hier is het maken van een kopie of scan uitgesloten. In plaats van een kredietwaardigheidsonderzoek wordt ook wel de bankpas gecontroleerd en gevraagd om €0,01 cent te pinnen om aan te tonen dat de betaalrekening van de nieuwe cliënt actief is.
Bij de verhuur van een auto of voorafgaand aan een proefrit mogen voertuigenverhuurbedrijven, die lid zijn van brancheorganisatie BOVAG, een kopie maken van uw identiteitsdocument. Deze bevoegdheid is opgenomen met als doel verbetering van het opsporen en vervolgen van verduistering van huurauto’s. De voertuigenverhuurbedrijven dienen de wettelijke eisen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) toe te passen, zoals een belangenafweging, het teruggeven van kopieën of vernietiging en het treffen van passende en organisatorische maatregelen.
Wettelijke verplichting
Een werkgever is op grond van de Wet op de Loonbelasting verplicht om bij een indiensttreding van een nieuwe werknemer de identiteit te controleren aan de hand van een geldig identiteitsbewijs en dit op echtheid te controleren. De identiteit mag niet aan de hand van een rijbewijs of een kopie van een identiteitsbewijs worden gecontroleerd. [7]
Sinds 1 augustus 2008 is de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (WWFT) in werking getreden als gevolg van de implementatie van Richtlijn 2005/60/EG. [8] De WWFT gaat uit van een ‘risico georiënteerd’ benadering. Dit betekent dat een financiële instelling zelf moet inschatten in hoeverre een financiële transactie risico’s met zich meebrengt. Het Bureau Financieel Toezicht (BFT) heeft verklaard dat hoe groter het risico is, hoe meer onderzoek naar de identiteit van de cliënt wordt vereist. De financiële instelling is bevoegd om een kopie van het gecontroleerde identiteitsdocument te maken en gedurende vijf jaar te bewaren. [9] Dus ook uw bank mag inzage van uw identificatiebewijs vorderen.
Vitale belangen
Iedere zorgverlener mag een persoon die medische zorg nodig heeft om een geldig identiteitsbewijs vragen. Deze legitimatieplicht geldt ook voor minderjarigen jonger dan 14 jaar. De zorgaanbieder controleert met het identiteitsbewijs of degene die medische zorg nodig heeft bij het Burgerservicenummer (BSN) hoort. Een kopie of scan maken mag de zorgverlener niet. Wanneer iemand onmiddellijk medische hulp nodig heeft, wordt degene gelukkig eerst geholpen. De betrokkene heeft vervolgens 14 dagen te tijd om zich bij het ziekenhuis of een kliniek te identificeren. [10]
Algemeen belang en openbaar gezag
Een ieder die de leeftijd van 14 jaren heeft bereikt moet in Nederland een geldig identiteitsbewijs kunnen tonen wanneer een bevoegd gezag hierom vraagt. [11] Personen als een ambtenaar van politie, een algemeen- en buitengewoon opsporingsambtenaar en een militair van de koninklijke marchaussee, voor zover inzage redelijkerwijs noodzakelijk is voor de uitvoering van hun taak. [12]
Algemene opsporingsambtenaren zijn ambtenaren van de politie aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, officieren van de Koninklijke Marechaussee, rechercheurs bij de FIOD en officieren van justitie. Deze opsporingsambtenaren zijn bevoegd tot opsporing van alle strafbare feiten. Buitengewone opsporingsambtenaren, afgekort ‘BOA’, is een functionaris die bevoegd is tot de opsporing van bepaalde, meestal beperkt aantal of een specifieke groep, strafbare feiten. Boswachters, leerplichtambtenaren, parkeercontroleurs, conducteurs en douanebeambten zijn voorbeelden van buitengewone opsporingsambtenaren. Conducteurs van de Nederlandse Spoorwegen (NS) en controleurs van openbaar vervoersorganisaties mogen zwartrijders om hun identiteitsbewijs vragen.
Deze verplichting geldt ook indien de vordering wordt gedaan door een toezichthouder op grond van artikel 5:16a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). [13]De identificatieplicht moet passen bij hun functie. Een toezichthouder van bouw- en woningtoezicht kan bijvoorbeeld van een fietser die door rood licht rijdt niet eisen zich te identificeren. Het staande houden van verkeersovertreders behoort niet tot zijn taken. Voorbeelden van toezichthouders zijn Autoriteit Persoonsgegevens, Inspectie Gezondheidszorg, gemeente, provincie en waterschappen en Jeugd en inspectie van het Onderwijs.
Ontzettend veel instellingen zijn bevoegd tot het vorderen
van inzage in uw identificatiebewijs en in sommige gevallen mogen zij zelfs een
kopie of scan maken. Toch dient u voorzichtig om te gaan met en het tonen van
uw identificatiebewijs. In mijn volgende blog kunt u lezen hoe fraude gepleegd
kan worden met identiteitsdocumenten.
[1] Artikel 20 van de Drank- en Horecawet.
[2] Artikel 1, onder sub 4 van de Wet op de economische delicten.
[3] Artikel 240a Wetboek van Strafrecht.
[4] Artikel 438 Wetboek van Strafrecht.
[5] Advies van CBP van 3 december 2007.
[6] Richtsnoeren identificatie en verificatie van persoonsgegevens.
[7] http:// belastingdienst.nl/zakelijk.loonheffingen/lb22_gegevens_administreren/lb22_gegevens
[8] Samenvoeging van de Wet identificatie bij (financiële) dienstverlening (Wid) en de Wet melding ongebruikelijke transacties (Wet MOT).
[9] Artikel 33 lid 1 onder a sub 1 Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (WWFT).
[10] https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/identificatieplicht/vraag-en-antwoord/identificatieplicht-zorg
[11] Artikel 2 Wet op de identificatieplicht
[12] Artikel 8 Politiewet en artikel 2 Wet op de identificatieplicht en artikel 6a Wet op de bijzondere opsporingsdiensten.
[13] Artikel 5:11 Algemene wet bestuursrecht: ‘Onder toezichthouder wordt verstaan: een persoon, bij of krachtens wettelijke voorschrift belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift’.