Geld witwassen is het uitvoeren van transacties om de herkomst van illegaal verkregen geld te verbergen. Het gaat om geld afkomstig van criminele activiteiten zoals drugshandel, mensenhandel, diefstal, sociale en fiscale fraude. ING Bank is recent onderzocht naar aanleiding van vermoedens dat er witwaspraktijken hebben plaatsgevonden via rekeningen bij ING NL.
ING onderzoek
ING heeft het wettelijk verplichte onderzoek naar verdachte klanten en geldstromen niet uitgevoerd. Dit blijkt volgens het NRC uit de recordschikking (een bedrag van €775 miljoen) die ING met het OM heeft afgesloten om strafvervolging af te kopen.[1]
ING nam klanten aan zonder ze goed te onderzoeken, hield onvoldoende toezicht op hun transacties, greep niet goed in wanneer dit wel nodig was en onderbrak veel te laat de samenwerking met foute klanten. ING overtrad structureel de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.
Tijdens het zogenaamde ‘Houston-onderzoek’ is het vermoeden ontstaan dat het handelen van ING NL met een aantal specifieke cliënten geen incident was, maar het gevolg was van structurele tekortkomingen bij ING NL bij de uitvoering van het FEC-CDD beleid. Het FEC-CDD beleid beschrijft op welke wijze ING Bank N.V. in haar organisatie onderzoek behoort te doen naar de verplichtingen van de Wwft en de handelingen die de organisatie moet ondernemen om witwassen en terrorismefinanciering te voorkomen.
Na afloop van dit onderzoek is het vermoeden gerechtvaardigd dat sprake is geweest van een groot aantal ongebruikelijke transacties dat door ING NL niet is onderkend, zoals te lezen is in een memorandum van ING NL.[2]

In het strafrechtelijk onderzoek Houston is volgens het OM sprake van goede redenen om te schikken met ING NL. ING NL heeft namelijk de gemaakte fouten publiekelijk erkend en ook publiekelijk spijt getoond. Tevens heeft ING NL meegewerkt aan het strafrechtelijk onderzoek, en zij zal dit actief blijven doen. Tot slot heeft ING NL een herstelplan ontwikkeld en gedurende het onderzoek keer op keer het OM op de hoogte gesteld betreffende de voortgang van dit herstelplan.
Het OM heeft haar keuze om te schikken beargumenteerd door te stellen dat het hetzelfde resultaat zou opleveren als een rechtszaak. De publieke reactie luidde anders; ‘Zolang je maar genoeg betaalt, is schijnbaar alles toegestaan’.
Schikken of vervolgen?
Het OM heeft dus de mogelijkheid om een transactie aan te bieden i.p.v. strafvervolging. Indien het OM kiest voor een schikking, dan vervalt het recht tot strafvervolging en kan de verdachte niet meer vervolgd worden.
Er bestaat echter kritiek op dit systeem. Het eerste kritiekpunt is dat vermogende verdachten op deze manier hun strafvervolging kunnen afkopen. Er wordt gesteld dat verdachten onderhandelen met het OM over de hoogte van de transactie. Het OM spreekt dit tegen. Het is niet te controleren omdat het publiek geen inzicht heeft in de totstandkoming van de schikking.
Daarnaast zijn in Nederland de meeste strafzittingen openbaar zodat de burger enige vorm van controle heeft op een eerlijk proces en dus het OM en de rechtspraak in het algemeen kan controleren in zekere zin. Dit aspect valt weg bij een transactie. Zeker bij een zaak zoals deze is dat bijzonder. Bij dit soort schikkingen gaat het om wetsovertredingen die verontrustend zijn voor de burgers en verontwaardiging hebben veroorzaakt.
Tevens heeft een rechter geen invloed op dit soort schikkingen. Voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak Frits Bakker, heeft een tijd terug in dagblad Trouw gesteld dat indien er sprake is van zaken waarbij de maatschappij een grote betrokkenheid heeft, een rechter de mogelijkheid moet hebben om zijn controlerende en rechtsbeschermende taak te kunnen uitvoeren.[3]
Is ING NL er makkelijk vanaf gekomen met een schikking?
[1] Artikel NRC 04-09-2018, ‘Niemand bij ING voelde zich verantwoordelijk voor het geheel’, Hanneke Chin-A-Fo & Camil Driessen
[2] Feitenrelaas Houston – Openbaar Ministerie
[3] Artikel Dagblad van het Noorden 28-03-2018, ‘Opinie: Schikkingen van het OM: geschikt of ongeschikt?’, Advocaat mr. N.A. (Niek) Heidanus in samenwerking met mw. C.A.M. (Carmen) Veenbaas (Heidanus Arnoldus Roosjen Advocaten te Groningen)