Kort geding in familiezaken
Geschreven door Michelle Plompen
Vandaag heb ik een zitting mogen bijwonen bij de familierechter. Graag wil ik mijn ervaring samen met jullie delen. Zelf heb ik vaker zittingen bij de rechter bijgewoond. Meestal had ik zittingen bijgewoond bij de politierechter of bij de kantonrechter. Zoals u wellicht weet zijn familiezaken achter gesloten deuren en zijn deze zittingen niet openbaar, tenzij de rechter en de belanghebbenden hiertegen geen bezwaar hebben.
In deze situatie mocht ik dus met toestemming van de rechter en de belanghebbenden aanwezig zijn tijdens de zitting. Voor de eerste keer heb ik een kort geding mogen bijwonen.
Er is een verschil tussen een bodenprocedure bij de rechter en een kort geding. Eigenlijk is een bodemprocedure een normale procedure. Tijdens zo’n procedure wordt gekeken naar alle aspecten en feiten van een zaak en tevens kunnen er alle soorten vonnissen worden gewezen. Men kan een bodemprocedure starten bij elke rechter. Denk hierbij aan de kantonrechter, rechtbank in eerste aanleg, Gerechtshof en bij de Hoge Raad. Een bodemprocedure duurt vaak lang. Een procedure kan namelijk een aantal maanden tot een jaar duren, omdat alles moet worden uitgezocht. Daarna kan de rechter een definitieve beslissing nemen.
Een kort geding kan men starten als een zaak spoedeisend is en de bodemprocedure niet kan worden afgewacht. Bij een kort geding wordt de zaak dus met spoed behandeld. Hierdoor kan tijdens deze procedure niet naar alle aspecten worden gekeken en de zaak niet tot de bodem worden uitgezocht, wat wel het geval is bij een bodemprocedure. Bij een kort geding wordt alleen een dagvaarding opgesteld. Op deze dagvaarding kan dan de wederpartij tijdens de zitting verweer voeren. In tegenstelling tot de bodemprocedure waarbij een definitieve beslissing wordt gegeven, wordt bij een kort geding een voorlopige uitspraak gedaan door de rechter. Deze beslissing zal voortduren totdat er uitspraak zal worden gedaan in de bodemprocedure.
In deze zaak gaat het over een cliënte wiens zoon enkele jaren geleden uit huis is geplaatst en die woonachtig is bij pleegmoeder. Cliënte is een aantal jaren geleden uit het ouderlijk gezag gezet. Cliënte had voorheen altijd omgang gehad met haar kind, maar de voogd heeft die omgang stop gezet.
De cliënte vindt dat er in het belang van het kind, regelmatig contact moet zijn tussen hem en zijn moeder om zo een band te kunnen opbouwen. Met de huidige situatie is het vrijwel onmogelijk om een goede band op te bouwen. Daarnaast heeft cliënte grote zorgen over haar kind. Vandaar dat cliënte een spoedeisend belang heeft bij een voorziening in het kort geding.
Zelf vond ik de zitting zeer leerzaam, aangezien ik de eerste keer een zitting in een kort geding heb bijgewoond. Tijdens de zitting mocht de gedaagde eerst het woord voeren en reageren op de dagvaarding van de eiser. Daarna mocht de advocaat van cliënte het woord voeren. Tevens mocht cliënte het woord voeren. Daarna had de familierechter vragen gesteld aan de gedaagde, de cliënte en de eiser. Aan het einde van de zitting heeft de rechter uitgelegd hoe hij tegen deze zaak aankijkt.
In deze zaak vond de rechter dat deze zaak zich niet leent voor een kort geding, maar voor een bodemprocedure, omdat er nog zoveel problematiek is rondom het kind. De rechter gaf wel aan dat er op langere termijn gekeken moet worden of er weer omgang kan plaatsvinden en dat hij dit ook in het belang van het kind acht. Momenteel loopt de bodemprocedure en zal cliënte moeten wachten op een definitieve beslissing van de rechter in de bodemprocedure en tot die tijd zal de situatie niet wijzigen en vindt er geen omgang plaats.